Stach wordt wakker door gebons op de deur van zijn kamer. Er wordt geroepen dat hij de deur open moet doen, anders wordt de deur ingeslagen. Hij zegt slaperig: “waarom?”

Niet zeuren, open doen!”

Vervolgens wordt de deur opengebroken. Het is het personeel van hotel Drakentand. Stach vraagt wat er aan de hand is. Ze vertellen dat de burgemeester alleen tot middernacht heeft betaald, en dat Stach dus de kamer moet verlaten. Bovendien komt er een belangrijke gast die extra wil betalen voor de kamer.

Stach pakt zijn spullen en gaat de kamer uit. Dan komt hij op de gang de belangrijke gast tegen, het is een beroemde econoom, Professor Dokter Struijk. De professor vraagt waarom Stach in de stad Smook is. Stach verteld dat hij de draak probeert te doden. De professor vind dat en prima idee, en geeft Stach geld zodat hij wapens kan kopen om de draak te verslaan.

Stach verlaat het hotel en als hij kijkt naar wat de professor hem heeft gegeven blijkt het duizend drakencoins te zijn. Een gigantisch bedrag. Hij wandelt door de stad en zoekt waar hij de beste wapens kan kopen. Alle winkels zijn dicht, want het is middernacht. Hij klopt aan bij een wapensmid. Die is boos dat hij wakker wordt gemaakt, maar als Stach hem zijn geld laat zien wordt de smid opeens heel vrolijk. Stach zoekt de beste wapens uit, voor duizend coins kan hij het gouden harnas met diamantenzwaard kopen. Met zijn wapens loopt hij door de treurige stad Smook, waar de rook van de Drakenberg boven hangt. Er is niemand op straat te zien. Na een uur lopen bereikt hij het einde van de stad, waar het moeras begint.

Alles in het moeras is gigantisch dankzij het warme vuur van de draak. Er vliegen enorme insecten rond, er lopen schorpioenen groter dan een mens, libellen als helikopters. Stach moet kiezen of hij door het moeraswater gaat, of probeert tussen de schorpioenen door te komen. Hij kiest voor de schorpioenen omdat hij vertrouwd op zijn zwaard en gouden harnas. Met zijn diamanten zwaard hakt hij zich een weg door de schorpioenen, kakkerlakken en andere insecten, als een mes door de boter. Hoe verder hij komt, hoe groter de insecten lijken te worden. Na het onthoofden van een spin die groter is dan een paard ziet hij de boom waar de draak woont. Volgens de legendes is er geen zwaard op de wereld dat door het pantser van de draak heen kan komen. Alleen het afhakken van het hoofd is een mogelijkheid, maar de draak kan zich oprollen tot een bal, zodat hij onkwetsbaar is. Stach denkt bij zichzelf dat hij blij is dat het geen zevenkoppige draak is.

Hij kijkt op een afstand of hij een zwakte kan ontdekken bij de draak. Zo verlopen er vele uren, maar hij kan niets ontdekken. Maar hij ziet wel een patroon in de bewegingen van de draak. Elke tien minuten komt er rook uit de neusgaten van de draak. Door die rook is het altijd donker in het moeras, de zon kan niet door de rook heen dringen. Stach bedenkt dat hij een manier moet vinden om de rook te stoppen. Stach sluipt zachtjes naar de slapende draak. Hij probeert het zwaard met al zijn kracht in het pantser te duwen, maar dat lukt niet. Maar de draak wordt woedend wakker. Stach kruipt snel in een gat in de holle boom. De draak kan er niet bij. De draak begint vuur te spugen in de boom. De hele boom begint te branden, Stach kan zich nog net op tijd uit de boom verwijderen.

Door alle rook en vuur kan de draak Stach niet meer zien. Stach rent weg en zoekt een veilig plekje in het moeras. De draak blijft hem zoeken, ondertussen brandt de boom volledig af, en de draak denkt dat Stach met de boom verbrand is. Het is inmiddels middag, een paar voorzichtige zonnestralen komen door de rook heen en beschijnen de draak. Het lijkt de draak heel veel pijn te doen, hij gilt het uit, en probeert zo snel mogelijk rook te maken om zich te beschermen tegen de zon. Helaas voor de draak, het is te laat, er komt geen rook meer uit zijn neusgaten, en de zon wordt steeds krachtiger. De draak gilt van de pijn, en Stach kijkt toe hoe de draak steeds zwakker wordt. Uiteindelijk ploft de draak dood neer. Stach gaat naar de draak, pakt zijn zwaard, en hakt het hoofd van het beest af. Met het hoofd in zijn handen gaat Stach terug naar Smook. Daar wordt hij met gejuich ontvangen, iedereen is dolgelukkig. Er wordt meteen een groot feest georganiseerd, de stad ziet eindelijk weer zonlicht.

Stach is de grote held.